Na de winst op Ron Heusdens is Kees Thijssen een punt uitgelopen op zijn
naaste concurrenten Jeroen van den Akker, Alexander Baljakin en Gerard
Jansen. Met nog twee partijen te gaan is de vijfde titel binnen bereik. Dit
zou een evenaring van het record van de legendarische R.C. Keller worden. De
strijd om de WK-plaatsen wordt heviger omdat Auke Scholma en Hein Meijer na
hun overwinning in de elfde ronde het drietal tot op een punt genaderd zijn.
Anton van Berkel en Auke Scholma bezetten beiden het kerkhofveld in de
opening. Scholma's schijf stond daar beter en met een doorstoot naar veld 33
bracht hij Anton van Berkel flink in de problemen. De witte schijf op 22
kwam steeds meer ge"isoleerd te staan en in plaats van hem weg te geven
zocht Anton van Berkel zijn heil in een wederzijdse dam, waarbij hij een
achterstand van 2 schijven voor lief nam. Die ongelijke strijd was niet vol
te houden dus nog voor de tijdcontrole moest hij opgeven.
Kees Thijssen begon met een flankaanval tegen Ron Heusdens, maar verplaatste
zijn voorpost later naar veld 36. Hij wist wits lange vleugel helemaal op te
sluiten en veroverde ook het belangrijke veld 24. Ron Heusdens ruilde die
schijf eraf maar de kromme aanvalsstand die hij toen probeerde op te bouwen
was een makkelijke prooi voor Kees Thijssen die zo revanche nam voor de
ongelukkig verloren partij in het NK van vorig jaar.
In een bekende opening nam Sven Winkel een voorpost in op veld 23. Met een
terugruil probeerde Bennie Provoost de aanval over te nemen. Dat lukte niet
maar zijn verdediging was zo solide dat Sven Winkel akkoord ging met remise
in de tijdnoodfase.
Alexander Baljakin en Leopold Sekongo speelden een klassieke partij die
ontbrandde toen Alexander Baljakin een combinatie nam, die beide spelers een
dam opleverde. De overblijvende stand zag er beter voor wit uit maar het
lukte wit niet om de zwarte schijven te winnen. Nadat zwart de witte dam had
gevangen slaagde hij er ook nog in om het beruchte minnetje te ontlopen.
Boudewijn Derkx ging, zoals gebruikelijk, in de aanval tegen Gerard Jansen,
die moeite had om een plan daartegen te ontwikkelen. In het middenspel stond
wit duidelijk beter, maar beide spelers konden na afloop niet zeggen waar
wit het beter had kunnen doen. Boudewijn Derkx brak met een schijf
voorsprong als eerste door maar de partij eindigde toch in remise.
Michiel Kroesbergen nam tegen Jeroen van den Akker een kansrijke hekstelling
in. Of er winst in gezeten heeft, was onduidelijk; volgens enkele
toeschouwers had hij met 33. 39-34 meer kansen gekregen. Het lange eindspel
leverde hem zelfs geen plusremise op.
Peter Schuitema had lange tijd het beste van het spel doordat hij Hein
Meijers korte vleugel opgesloten hield. Na een combinatie van Hein Meijer in
het middenspel keerden de kansen. Door een schijf te offeren kreeg hij vrije
doortocht naar dam; het eindspel wist hij ook nog te winnen.
|
