"Wie niet waagt, die niet wint."
Dat moet Alexander Baljakin gedacht hebben toen hij tegen Bennie Provoost het avontuur met de opsluiting aan de rechter bordkant inging. De betreffende opsluiting heeft geen naam en dat is niet zo vreemd, want hij komt bijna nooit voor.
Uiteindelijk kreeg de voormalige Wit-Rus loon naar werken en werden de risico's die hij genomen had zowaar beloond met het volle pond. Het is zijn eerste overwinning in dit toernooi.
Maar klopte het allemaal wel? De uitslag had heel anders kunnen zijn...
Zwart: Alexander Baljakin - Wit: Bennie Provoost
Wit moet wel rekening houden met (30-34), na 29x40 gevolgd door (19-23). Bijvoorbeeld 21-16? (30-34!) en nu bijvoorbeeld 16x7 (34x34) 7-1 (34-40) 45x34 (24-30!) etc. Maar wit heeft een goed, inleidend offer. 36. 29-23, 18x29; 37. 21-16,... Objectief is nu (12-18) 16x7 (17-22) 28x17 (8-12) 17x8 (13x11) nu het beste, maar Baljakin besluit om op de tijdnood van zijn tegenstander te spelen. 37..., 30-34 ?!?; 38. 16x9, 34x21;
39. 9-4, 29x38; 40. 4-31?,... Ligt voor de hand, want na (38-43) 31-48, maar geeft de winst uit handen die mogelijk is met 4-9!
Huisdammer Pieter v.d. Vorm analyseerde deze stand en kwam tot de volgende winstvariant. (38-43) 41-37 (8-12) [want na bijv. 21-27, 8-13, 24-30 en 43-49 wikkelt wit eenvoudig af naar een overmachtseindspel] 44-39 (43x34) 28-22 (17x28) 26x8 (34-39) 8-3 (28-32) 37x28 (39-44) 3-17 met winst.
40..., 24-29; 41. 44-40, 38-43; 42. 31-22?,... Wit wil remise maken. Zie diagram.
Zwart kan nu fraai winnen door (8-12) 22x6 (12-17) 6x22 (43-49) 26x17 (19-23) 28x19 (25-30) 35x33 (49x29).
Maar Baljakin maakte het op een andere, minstens zo spectaculaire manier uit.
42..., 43-48; 43. 22x6A, 19-24; 44. 26x17, 29-34; 45. 40x29, 24x11; 46. 1x3, 25-30; 47. 3x34, 48x25.
Op A22x11 volgt (48-42) 26x17 (8-12) 17x8 (19-23) 28x19 (29-34) 42x16.
EvD
|